Vraag: moet een raadslid over een legaal woonadres beschikken?

Toelichting vraag: Het woonadres van een raadslid waarop deze volgens de basisregistratie staat ingeschreven, blijkt een illegaal adres te betreffen.

Is het woonadres daarmee ‘ongeldig’, in die zin: is het betreffende raadslid wel ingezetene van de gemeente als bedoeld in artikel 10 Gemeentewet?   

Antwoord:    
Het criterium voor het ingezetenschap is de werkelijke woonplaats in de gemeente (artikel 2 Gemeentewet). Iemand wordt geacht zijn werkelijke woonplaats te hebben, indien deze met een adres in de gemeente is ingeschreven in de basisregistratie personen (artikel 3 Gemeentewet). Dit uitgangspunt wordt ook bevestigd in artikel 84 lid 2 Kieswet. Inschrijving in de GBA geldt enkel als een rechtsvermoeden over iemands werkelijke woonplaats. Vandaar ook ‘behoudens bewijs van het tegendeel’.

De daadwerkelijke woonplaats is dus bepalend voor het ingezetenschap. De juridische status van de betreffende woonplaats is niet relevant. Het is aan het raadslid zelf om verantwoording af te leggen over zijn werkelijke woonplaats (X5 lid 1 Kieswet). In geval er twijfels rijzen over iemands woonplaats, dan dient de procedure ex artikel X5 lid 2 Kieswet te worden gevolgd (waarschuwing door de voorzitter, beoordeling door de raad). Let wel: het criterium is dat iemand het raadslidmaatschap verliest, als onherroepelijk vaststaat dat hij/zij niet langer voldoet aan de eisen van artikel 10 Gemeentewet. Dit moet dus gedegen kunnen worden aangetoond.
 

Meer juridische vragen vind je in de juridische vraagbaak